De Harmonie van Stepanj
Hoe de muziek uit Oekraïne verdween
De Harmonie van Stepanj

Midden op het Oekraïense platteland ligt het idyllische dorpje Stepanj. Kneuterige huizen, ouderwetse hooibergen en bouwvallige schuurtjes met kleinvee. Auto’s rijden er nauwelijks, het meeste vervoer is met paard en wagen. Iedere ochtend en avond waggelen honderden ganzen over de zandwegen in het dorp naar de nabijgelegen rivier om na een uur weer terug te keren. Een toevallige voorbijganger zal het dorpje, zeker bij goudgele zonnestralen, als romantisch en vredig ervaren. Toch is het slechts schijn.

In de afgelopen decennia werd Oekraïne, en ook Stepanj, blootgesteld aan een aantal ingrijpende gebeurtenissen: de ramp bij het nabijgelegen Tsjernobyl (1986), het einde van de Sovjet Unie (1989) en meer recent de Oranjerevolutie (2004). Deze gebeurtenissen brachten Oekraïne, dus ook Stepanj, enkel rampspoed, ziekte, onzekerheid, werkloosheid, armoede en desillusie. In Stepanj leidde dit alles uiteindelijk tot de ontwrichting van een ooit stabiele gemeenschap.

Vroeger, onder het communisme was Stepanj een bloeiende agrarische gemeenschap met een rijke cultuur. Spil in het dorp was de plaatselijke blaaskapel, de harmonie van Stepanj. Bij ieder feest, begrafenis of ceremonie zorgde die voor een passende opluistering. Waar de harmonie was, waren mensen, en waar mensen waren, was de harmonie. Het orkest mocht zichzelf zelfs een van de beste van de regio noemen. Het orkest speelde meestal marsen en polka’s, want daar werden de mensen vrolijk van.

De inwoners van het dorpje Stepanj zelfgebottelde wodka. Moeders treuren omdat hun zonen zichzelf de dood in dronken. Ook het leven uit de harmonie van Stepanj stroomde langzaam weg, een paar jaar geleden hield het orkest zelfs op met bestaan. Sindsdien is het stil geworden in het dorp. Het dorp Stepanj verloor met de harmonie ook haar ziel.

Hoe de muziek uit Oekraïne verdween...

Credits
release
19 december 2006
vorm
tv-documentaire
lengte
50 minuten
camera
Geertjan Lassche
regisseur
Geertjan Lassche